Vragende bijwoorden

De vragende bijwoorden why, where, how & when staan aan het begin van een vraag. Deze vragen kunnen beantwoord worden met een zin of een voorzetselconstituent. Na een vragend bijwoord in een vraag, moet je de volgorde van het onderwerp en het werkwoord omkeren, zodat het werkwoord eerst komt.

Voorbeelden
  • Why are you so late? There was a lot of traffic.
  • Where is my passport? In the drawer.
  • How are you? I'm fine.
  • When does the train arrive? At 11:15.
Gebruik van 'how'

'How' kan op vier verschillende manieren gebruikt worden om een vraag te vormen. 'How' kan op zichzelf gebruikt worden, in de betekenis van "op welke manier".

Voorbeelden
  • How did you make this sauce?
  • How do you start the car?
  • How can I get to your house?

'How' kan met bijvoeglijk naamwoorden gebruikt worden om te informeren naar de mate van een bijvoeglijke bepaling.

Voorbeelden
  • How tall are you?
  • How old is your house?
  • How angry is mother?

'How' kan gebruikt worden met 'much' en 'many' om over de hoeveelheid te vragen. Much wordt gebruikt met ontelbare zelfstandig naamwoorden en many met telbare zelfstandig naamwoorden.

Voorbeelden
  • How many people are coming to the party?
  • How much flour do I need?
  • How much are these tomatoes?

'How' kan gebruikt worden met andere bijwoorden om naar de frequentie of mate van een handeling te informeren.

Voorbeelden
  • How quickly can you read this?
  • How often do you go to London?
  • How loudly does your brother scream?