Taaltesten zijn hulpmiddelen om het kennisniveau van een taal die je aan het leren bent te meten. Er zijn verschillende soorten taaltesten, waaronder algemene vaardigheidstesten, toelatingstesten voor een taalcursus en eindtesten aan het einde van een cursus.

Taaltesten kunnen ook verschillende vaardigheden beoordelen, waaronder luistervaardigheid, lezen, spreken, schrijven, woordenschat en grammatica.

Het Gemeenschappelijk Europees Referentiekader voor talen, ofwel het ERK, definieert zes brede taalniveaus op basis van een reeks uitspraken over wat je op elk niveau kunt doen. Het ERK is de meest gebruikte referentie voor taalniveaus in Europa.

Je kunt je ERK-niveau voor een bepaalde taal te weten komen door een taaltest te doen die is afgestemd op het ERK. Je score op die test wordt gegeven in termen van de ERK-niveaus A1, A2, B1, B2, C1 en C2.

Taaltesten zijn min of meer nauwkeurig, afhankelijk van een aantal factoren: testontwerp, lengte, volledigheid en het gedrag van de persoon die de test aflegt.

Het nauwkeurigheidsniveau dat je nodig hebt voor een taaltest hangt af van wat je met je score van plan bent te doen. Universiteiten die beslissingen nemen over toelating hebben vaak zeer nauwkeurige taaltesten nodig, zoals TOEFL of IELTS. Iemand die een taal leert, wil misschien alleen een idee krijgen van zijn taalniveau om te weten of hij vooruitgang boekt. Voor dat doel is het beter om een test te doen die de vooruitgang meet in het lesprogramma dat je volgt.

De beste manier om je voor te bereiden op een taaltest is door je taalvaardigheden te verbeteren. Voor algemene taaltesten met lage inzet hoef je je niet specifiek voor te bereiden. Maar als je gaat betalen om een belangrijk taalexamen te doen, wil je misschien een voorbereidingscursus volgen om de hoogst mogelijke score te halen bij je eerste poging. Voorbereidingscursussen voor taaltesten duren meestal 8 tot 12 weken.